Als ouder kun je gevraagd worden om een vrijwillige ouderbijdrage. Deze wordt gebruikt voor extra activiteiten buiten de klas.
De wetgeving over de vrijwillige ouderbijdrage is per 1 augustus 2021 aangescherpt. Hieronder leggen we uit wat dat inhoudt.
Scholen mogen ouders om een vrijwillige ouderbijdrage vragen om extra activiteiten buiten het reguliere lesprogramma te financieren. Denk aan excursies, vieringen, klassenuitjes, sportdagen of loopbaanoriëntatie. Ook werkkleding en kluisjes kunnen hiermee bekostigd worden.
De ouderbijdrage is altijd vrijwillig. Jouw kind wordt niet uitgesloten van activiteiten als je deze niet betaalt. Zo behouden alle leerlingen gelijke kansen en kunnen ze meedoen aan activiteiten die de school organiseert.
Het doel van deze wet is om een eind te maken aan het uitsluiten van leerlingen van activiteiten of programma’s die door de school worden georganiseerd, als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen.
Eerder mochten scholen de leerlingen van wie de ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betaalden een kosteloos alternatief aanbieden voor de extra activiteiten buiten het verplichte schoolprogramma. Dit is vanaf 1 augustus 2021 niet langer toegestaan. Alle leerlingen moeten kunnen meedoen aan alle programma’s en activiteiten die de school aanbiedt, ook activiteiten buiten het verplichte lesprogramma. Voorbeelden zijn schoolreisjes en langdurige extra activiteiten, zoals een aanvullend sportaanbod of dans- en muzieklessen en tweetalig onderwijs.
Het gaat om een vrijwillige ouderbijdrage. Ouders die de bijdrage niet willen betalen, hoeven geen reden op te geven of inzicht te geven in hun financiële situatie.
Deze bijdrage wordt betaald, omdat veel ouders het extra aanbod waardevol vinden en het belangrijk vinden dat de extra activiteiten worden aangeboden. De ervaring is dat het overgrote deel van de ouders de vrijwillige ouderbijdrage betaalt, ook in die situaties waarin scholen heel helder zijn dat ze niemand uitsluiten. Ook als het om langdurige extra-curriculaire activiteiten gaat.
Het is aan de scholen om binnen hun budget een gevarieerd programma aan te bieden, ook als zij kiezen voor extra activiteiten waarvoor een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd wordt.
Scholen bepalen zelf hoe de activiteiten worden ingericht. De school is hier verantwoordelijk voor. De wetswijziging kan betekenen dat de extra activiteiten hierdoor anders moeten worden vormgegeven of – in uiterste gevallen – niet door kunnen gaan. Scholen gaan hierover in gesprek met de medezeggenschapsraad om samen de hoogte en bestemming van de bijdrage te bepalen.
De nieuwe wet benadrukt dat ook voor langdurige extra-curriculaire activiteiten geen verplichte ouderbijdrage mag worden gevraagd, alleen een vrijwillige. Leerlingen met ouders die deze vrijwillige ouderbijdrage niet betalen, kunnen niet worden uitgesloten van de langdurige extra-curriculaire activiteiten. Voorbeelden van langdurige extra-curriculaire activiteiten zijn: tweetalig onderwijs, technasia, dans- en muziekscholen, vakcolleges of scholen die extra Spaanse lessen verzorgen. De aanvullende specifieke regeling betreft dus de langdurige extra activiteiten die een school aanbiedt en niet het type school. Scholen die zijn aangesloten bij een verband van scholen die dezelfde activiteiten organiseren, kunnen daarbinnen een voor dat scholenverband geldende regeling voor deze leerlingen treffen. Deze regeling moet voorkomen dat profielscholen door verminderde ouderbijdragen hun onderwijsprogramma niet meer zouden kunnen financieren.
Het begrip “een verband van scholen” is niet nader gespecificeerd. (Profiel)scholen kunnen zelf regelen hoe ze willen omgaan met een mogelijk tekort aan inkomsten als ouders de vrijwillige ouderbijdrage voor extra activiteiten niet betalen. Dit kan binnen de school worden geregeld of binnen een verband van scholen die dezelfde extra activiteit aanbieden. Scholen hebben ook vrijheid in de vormgeving van de regeling. Als het doel van het wetsvoorstel, namelijk dat alle leerlingen kunnen deelnemen aan langdurige extra-curriculaire activiteiten, maar wordt gerealiseerd.
De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op het schoolkostenbeleid en de hoogte en bestemming van de vrijwillige ouderbijdrage.
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de manier waarop het bevoegd gezag communiceert over de ouderbijdrage in de schoolgids, het schoolplan en op de website. Als de inspectie signalen over het niet juist omgaan met de vrijwilligheid van de ouderbijdrage krijgt, dan spreekt zij het betreffende bevoegd gezag daarop aan en geeft zij zo nodig een herstelopdracht. Ouders kunnen signalen doorgeven aan de inspectie.
Scholen zijn wettelijk verplicht om in de schoolgids drie punten over de vrijwillige ouderbijdrage te melden:
Hieronder vind je de links naar de schoolgidsen van onze vestigingen: